Gedrag op de baan

Om leuk en sportief met elkaar te kunnen tennissen zijn er een aantal gedragsregels waar eenieder zich aan dient te houden. Wellicht logisch, maar toch zetten we ze even op een rijtje.
Hoofdregel is dat je je ‘correct’ gedraagt op de tennisbaan. Maar wat houdt dat nou precies in? Hoe hoort het eigenlijk en vooral ook, wat doe je juist niet?

  • Je wordt geacht schone kleding te dragen, die natuurlijk bedoeld is voor tennis. Verder moet je specifieke tennisschoenen dragen die de banen niet kapotmaken. Voor onze tennisbanen moet de zool vlak zijn met een ingewerkt profiel.
  • Als tijdens de competitie of een toernooi de aanvoerder van de ontvangende ploeg, scheidsrechter of competitieleider aangegeven heeft dat de wedstrijd kan beginnen, moet je binnen 15 minuten op de baan staan.

Incorrect gedrag
Om je te kunnen gedragen zoals het hoort, is het handig te weten hoe het niet moet. Wat mag je niet?

  • Tijdrekken. Tussen de punten mogen maximaal 20 seconden zitten. Tijdens de wissel mag officieel maximaal 90 seconden uitgerust worden.
  • Vloeken, schelden en/of onbehoorlijke taal uitslaan.
  • Obscene gebaren maken is uit den boze.
  • Gooien met je racket (ook niet stuiteren).
  • Bewust iets op de tennisbaan kapot maken, zoals je racket, het net, de baan of anderszins.
  • Expres een bal wegtrappen, -gooien of -slaan. Zeker niet als je daarmee mensen in gevaar brengt.
  • Mensen bedreigen, ongewenst aanraken, molesteren of bespugen.
  • Onsportief zijn. Dit houdt onder meer in dat je respect toont voor je tegenstander, dat je luistert naar de trainer/scheidsrechter/coach en dat je niemand op of langs het veld beledigt.

Ongeschreven regels
Naast de regels die in de boekjes staan, heb je ook de zogenaamde "etiquette". Dat zijn ongeschreven regels over sportiviteit, aandacht en beleefdheid. Oftewel, hoe zorg je ervoor dat je een sociale tennisser en/of toeschouwer bent?

  • Zorg ervoor dat je voor alle activiteiten op tijd bent. Hiermee toon je respect en het voorkomt ergernis.
  • Zorg ervoor dat de lijnen goed zichtbaar zijn voor je tegenstander.
  • Haal de ballen die in het veld liggen, of rollen, steeds weg.
  • Als je de bal "uit" geeft, zorg dan dat de tegenstander dat goed hoort.
  • Als je twijfelt of een bal van je tegenstander in of uit is, geef dan een "let".
  • Respecteer je tegenstander als hij een bal "uit" geeft; hij of zij staat er dichterbij dan jij.
  • De serveerder houdt hardop de stand bij.
  • Rol een bal die van een baan naast je komt, veilig terug naar de achterkant en niet direct naar een speler, tenzij hij/zij hierom vraagt.
  • Word niet boos op je dubbelpartner of teamgenoten; wees positief en moedig elkaar aan.
  • Praat niet te hard langs het veld.
  • Loop niet achter de baan langs tijdens een punt en passeer zo snel mogelijk als een punt is gespeeld.
  • Maak geen discriminerende of seksistische opmerkingen; je kwetst er mogelijk mensen mee.

Wat kan je doen tegen onfatsoenlijk gedrag?
Natuurlijk ga je eerst op een respectvolle en kalme manier het gesprek aan met de betreffende persoon. Wellicht dat dit de angel al uit het vel haalt. Als je speelt zonder scheidsrechter of trainer kan het lastig zijn om een tegenstander (die zich onfatsoenlijk gedraagt) hierop aan te spreken. Als er meningsverschillen ontstaan en er is geen trainer of scheidsrechter, zijn de spelers er zelf verantwoordelijk voor dat het niet uit de hand loopt. Rustig blijven en wederzijds respect tonen helpt daarbij.

Andere geldende regels zijn:

  • Je bent verantwoordelijk voor de beslissingen aan jouw kant van het net, de tegenstander natuurlijk aan zijn eigen kant.
  • Je roept meteen ‘uit’ of ‘fout’ als de bal de grond buiten de lijn raakt, zo luid dat de tegenstander het goed kan horen.
  • Bij twijfel geef je je tegenstander het voordeel: je speelt door als je er niet zeker van bent dat de bal uit is.
  • Als je een bal uit geeft (maar je bedenkt meteen dat die toch in was) wordt het punt de eerste keer overgespeeld, tenzij de bal voor jou onbereikbaar was (scorend punt). Dan is het punt voor je tegenstander. Bij elke volgende bal die je onterecht uit geeft, verlies je meteen het punt.
  • De serveerder meldt voor iedere eerste service de stand.
  • Als je er met de tegenstander niet uitkomt, kun je iemand erbij roepen (bijvoorbeeld trainer/coach/bestuurslid).

Aanvullende regels op gravel
Als je, zoals bij ons, op gravel speelt waarop de afdrukken van de bal te zien zijn, zijn er extra regels:

  • Je mag alleen de balafdruk van de laatste slag controleren.
  • Je mag de afdruk ook nog controleren als je de bal in een reflex terugslaat, maar ondertussen wel aangeeft dat je de rally wilt stoppen.
  • Bij twijfel kun je je tegenstander vragen de afdruk aan te wijzen. Je mag naar de andere kant lopen om de afdruk te bekijken. Maar je mag geen andere balafdruk aanwijzen!
  • Als je een balafdruk uitveegt, geef je daarmee het punt aan je tegenstander.
  • Als je een bal uit geeft, moet je, onder normale omstandigheden, de afdruk kunnen aanwijzen.

Dit zijn de voornaamste gedragsregels die binnen onze club (maar eigenlijk overal wel) gelden. Naast deze gedragsregels zijn er nog vele die met baanafmetingen, puntentelling, rusttijden enzovoorts te maken hebben. Ook op het gebied van Fair Play is veel informatie beschikbaar. We zullen hier steeds aandacht aan geven, ofwel op de website of in ons clubblad Rulectuur.

Wij maken gebruik van functionele cookies. Met het gebruik van onze diensten geef je ons toestemming om cookies te gebruiken.